Gevangen in een cirkelredenering
Iedere stelling is dus afhankelijk van de andere stelling.
Neem één stelling weg en de andere verliest alle kracht.
Zodra u eenmaal “gevangen” zit in een dergelijke cirkelredenering, is het bijzonder moeilijk om daaruit te komen.
Pas als u doorziet hoe een cirkelredenering in de praktijk werkt “ziet” u wat er gebeurt in uw eigen brein.
Het is veel eenvoudiger om te zien hoe een ander gevangen zit in een cirkelredenering.
Voorbeeld:
Een poosje terug kreeg ik twee zendelingen van de Church of God aan de deur.
Ze legden uit dat de tweede komst van Christus al had plaatsgehad.
Het vond plaats kort na de 2e wereldoorlog en hij leefde in Korea
onder de naam Ahn Sahng Hong.
Hun bewijs dat Ahn Sahng Hong de Christus was
Natuurlijk was ik benieuwd naar het bewijs dat hij de Christus was.
Ze legden me aan de hand van de schrift uit dat het voor redding noodzakelijk
was het avondmaal te vieren en van het brood en de wijn gebruik te maken.
Tevens was het belangrijk om dat op de juiste dag te doen, en niet, zoals
in veel kerken gebeurt, wekelijks op zondag. Sinds de eerste eeuw was dit
gebruik echter verloren gegaan en niemand wist meer wat de correcte datum voor die viering was.
Wel, Anh Sahng Hong heeft die viering weer opnieuw ingesteld en de juiste datum daarvoor gegeven.
Het is jaarlijks op 14 januari. Alleen de Christus kan die datum weten.
Dus het feit dat Ahn Sahng Hong ons die datum verschafte, bewijst dat hij de Christus was.
Ziet u de cirkelredenering?
1) Ahn Sahng Hong is de Christus.
2) De juiste datum is 14 januari.
3) Alleen de Christus weet wat de juiste datum is.
Stelling 1 is afhankelijk van stelling 2.
Als stelling 1 niet waar is, dan hoeft stelling 2 ook niet waar te zijn.
Wat als beide stellingen niet waar zijn?
Denkt u dat het gemakkelijk is om dit te doorzien?
Als dat zo is, dan komt dat alleen omdat u zelf niet “gevangen” zit in die specifieke cirkel.
Voor deze zendelingen was het helemaal niet zo duidelijk.
Ik moest het meerdere keren herhalen, steeds in andere bewoordingen, voordat er iets begon door te dringen.
Uiteindelijk ontstond er een langdurige onderlinge discussie in het Koreaans, waar ik niets van begreep.
Ze zouden erop studeren en later terugkomen.
Maar laten we niet glimlachen over zoiets.
Hoe staat het met uw eigen overtuigingen?
Hoe weet u dat dit Gods organisatie is?
Dit is wat u gelooft:
1) De getrouwe & beleidvolle slaaf is in 1919 door Jezus aangesteld.
2) Alleen met Gods zegen kon er een dergelijk grote toename zijn.
3) Aangezien God hun werk heeft gezegend moeten ze wel door Jezus zijn aangesteld.
Wat als één van deze stellingen NIET waar is?
Wat als alle drie stellingen niet waar zijn?
Neem stelling 2.
Als grote toename alleen met Gods zegen mogelijk is, waar is de enorme toename van Mormonen dan het bewijs van?
Of de enorme aantallen van de Rooms Katholieke kerk?
Aantallen op zich zeggen kennelijk niets, want het Besturende Lichaam
leert dat die veel grotere kerken niet Gods zegen hebben.
Als stelling 2 kennelijk niet waar is en dus als bewijs wegvalt, wat blijft er
dan van stelling 1 over?
Dan is het grootste “bewijs” van hun aanstelling, de enorme toename, verdwenen.
Wat gebeurt er als u
dezelfde drie stellingen neemt, maar veranderd in:
1) De Paus is de plaatsbekleder van Petrus en daarom de vertegenwoordiger van Jezus.
2) Alleen met Gods zegen kon dit een wereldkerk worden.
3) Aangezien God zijn werk heeft gezegend moet hij wel de vertegenwoordiger van Jezus zijn.
Als een Katholiek dit tegen u zegt tijdens uw van huis tot huis werk, wat is dan uw antwoord?
U weet zeker dat de Paus niet de vertegenwoordiger van Jezus is.
Maar wat klopt er dan niet aan zijn stellingen?
Op dit punt aangekomen zult u zeggen:
“Ja,…. maar het gaat ook om de juiste leerstellingen.”
En vervolgens komt u misschien aan met hun leer van de Hel, vagevuur, het kruis, etc.
Maar wees eerlijk.
Dat is een totaal ander onderwerp.
Het feit dat die leerstellingen misschien niet waar zijn bewijst nog niet dat
het Besturende Lichaam in 1919 is aangesteld.
Dus de huisbewoner zegt tegen u:
“Blijft u svp bij het onderwerp. Leerstellingen zijn van ondergeschikt
belang. Als u kunt bewijzen dat uw Besturende Lichaam in 1919 is
aangesteld, dan accepteer ik zonder slag of stoot iedere leerstelling die zij
verkondigen.”
Wat gaat u nu zeggen?
Nu gaat u waarschijnlijk aantonen aan de hand van Mattheüs 24:45-47 dat
er een dergelijke slaaf zou zijn en dat hij door Jezus zou worden aangesteld.
Daarbij gaat u vervolgens uit van een aantal stellingen:
1) De onzichtbare wederkomst van Christus was in de herfst van 1914.
2) Omdat de aardse bediening van Jezus 3,5 jaar duurde, moet u ook 3,5 jaar tellen vanaf
de herfst van 1914, zodat u in de lente van 1918 uitkomt.
3) De aanstelling zou plaatsvinden na de plotselinge thuiskomst van de heer des huizes
(Jezus), en dat moet dus kort na 1914 en de 3,5 jaar zijn geweest, en dan kom je
uit in 1919.
Zelfs als we er vanuit gaan dat deze drie stellingen correct zijn is er slechts aangetoond
DAT er een slaaf zou worden aangesteld.
Nu vraagt de huisbewoner: "Toon mij aan dat jullie slaaf degene is die is aangesteld."
Nu loopt u vast, want nu kunt u alleen terugvallen op uw cirkelredenering.
U wijst op de zegeningen en toename en zegt dat dit toch wel het bewijs moet zijn van hun aanstelling.
Nu zijn we weer terug bij af.
De cirkel is rond.
Vraagt de huisbewoner echter hoe u in Godsnaam aan de logica van deze drie stellingen komt
( 1914 + 3,5 + een beetje = 1919 ),
dan hebt u pas echt een probleem.
Maar dat is weer een heel nieuw onderwerp.