Wat is dan het probleem?
|
De
Verenigde Naties bestaan uit een groot aantal landen,
vertegenwoordigd door hun respectieve regeringen.
Een land kan zich op basis van vrijwilligheid aansluiten bij deze
organisatie, maar moet echter wel aan een aantal zaken voldoen. Zo
moeten ze bijvoorbeeld het handvest van de VN erkennen en
ondersteunen.
Naast deze politieke organisaties (regeringen) is het door de VN
mogelijk gemaakt voor organisaties die geen regering zijn, om
zich op vrijwillige basis bij het werk van de VN aan te
sluiten.
Vandaar de term NGO (Niet-Regerings Organisatie of
Niet-gouvernementele Organisatie). |
Er zijn ongeveer 1.500 NGO's
aangesloten bij de Verenigde Naties, ter ondersteuning van het werk van de
VN. Ze vallen onder het toezicht van de DPI (Department of
Public Information).
Een NGO heeft geen stemrecht
in de raad.
Om zich als NGO aan te sluiten bij de VN moet een organisatie echter wel
het handvest van de Verenigde Naties erkennen en haar doelstellingen
bevorderen.
Kunt u zich dit voorstellen?
Het Wachttorengenootschap dat het handvest van de VN erkent en haar
doelstellingen bevordert?
De vereisten om als NGO lid te worden
van de VN
De originele tekst van
de VN waarin deze vereisten staan
omschreven vindt u via de link hiernaast.
Aangezien deze brochure in het Engels geschreven is,
volgen hier enkele vertaalde gedeelten:
UPDATE: Helaas is de pagina van de site
van de VN verwijderd.
Er wordt nog gezocht naar de vervanging
|
|
Titel:
NGO's and the United Nations Department of Public Information
Kofi Annan |
De brochure opent met de woorden
van Kofi Annan, de toenmalig
Secretaris-generaal van de Verenigde Naties,
betreffende de NGO-status:
|
"Als de
wereldomvattende doelstellingen van de VN
grondig onder de aandacht gebracht
moeten worden,
is een partnerschap met de burgermaatschappij niet
slechts een optie, het is een noodzaak."
|
Over de
ongeveer 1.500 aangesloten NGO's wordt gezegd dat ze:
"de VN een
waardevolle link (schakel/verbinding) verschaffen met mensen
over de hele wereld".
"De DPI helpt deze NGO's om toegang te krijgen tot informatie betreffende
zaken waar de VN bij betrokken is en deze te verspreiden, zodat het
publiek beter begrijpt wat de intenties en doelstellingen van de Wereld
Organisatie zijn, en haar werk te ondersteunen."
"De DPI/NGO
afdeling houdt toezicht over de partnerschappen met
aangesloten NGO's zodat ze het werk van de VN beter kunnen ondersteunen."
"Zowel
VN-aangesloten als NIET-aangesloten NGO's kunnen VN-openbaar-informatie
materiaal verkrijgen van de VN-informatie-centra in de hele wereld."
Resolutie 1296 (XLIV) van
23 mei 1968 wordt aangehaald, waarin verklaard wordt dat een aangesloten NGO
"initiatieven zal ondernemen om het werk van de VN te
ondersteunen en kennis van haar principes en activiteiten zal
bevorderen, in overeenstemming met haar eigen intenties en
doelstellingen en de aard en omvang van haar competenties en activiteiten."
Onder het
kopje: Wat zijn de criteria om NGO te worden, staat:
"De NGO moet de
principes van het Charter van de VN ondersteunen en respecteren en moet een
duidelijke roeping [mission statement] hebben die verenigbaar is met
die principes."
"De NGO
moet een bevredigende staat van dienst hebben in het samenwerken met
de VN-informatie Centra of andere onderdelen van het VN-systeem,
voorafgaand aan haar lidmaatschap."
"De NGO moet jaarlijks
een door een bevoegd en onafhankelijke accountant geverifieerde
financiële verklaring overleggen."
Tot de
procedure om NGO bij de VN te worden behoorde:
"Het geven van bewijs van een actief informatie programma dat
relevant is voor de VN: ten minste zes (6) verschillende
voorbeelden van de organisaties meest recente informatie-materialen ( zoals
nieuwsbrieven, periodieken, tapes, radio of televisieprogramma's,
conferentierapporten, web-sites, nieuwsberichten)."
Twee (2)
aanbevelingsbrieven van organisaties (VN of andere)."
Onder het
kopje
Wat zijn de verantwoordelijkheden van een NGO?
"Sinds de oprichting van de Verenigde Naties in San Francisco in 1945,
hebben NGO's een waardevolle bijdrage geleverd aan de internationale
gemeenschap door de aandacht te vestigen op belangrijke onderwerpen,
initiatieven en programma's te ondersteunen, het verspreiden van informatie
en het vormen van de publieke opinie ter ondersteuning van de Verenigde
Naties en haar gespecialiseerde afdelingen. In de laatste twee decennia
is de NGO deelname aan het werk van de Verenigde Naties exponentieel
gestegen, zowel op de VN kantoren als in het veld. Aansluiting bij de DPI
vormt een verplichting daartoe."
Samenvatting:
-
De VN ziet het lidmaatschap van de NGO als een partnerschap.
-
De
NGO is een schakel tussen VN en burgers.
-
De NGO zorgt voor een beter begrip bij het publiek over de
intenties en doelstellingen van de Verenigde Naties.
-
De
NGO ondersteunt het werk van de VN.
-
De NGO staat onder toezicht van de DPI van de VN.
-
De NGO moet initiatieven ondernemen om het werk van de VN te
ondersteunen.
-
De NGO moet het principe van het Charter van de VN
ondersteunen en respecteren.
-
De NGO moet een 'roeping' [ doelstelling ] hebben die verenigbaar is met het
Charter van de Verenigde Naties.
-
De NGO moet reeds met de VN hebben samengewerkt voorafgaand
aan haar lidmaatschap.
-
De NGO moet jaarlijks een financiële verklaring overleggen
aan de VN.
-
De NGO moet minimaal 6 voorbeelden verschaffen van een
actief informatie programma ter ondersteuning van de VN om lid te kunnen
worden.
-
De NGO heeft minimaal 2 aanbevelingsbrieven nodig van andere
organisaties om lid te kunnen worden..
-
De NGO heeft de verplichting de publieke opinie te vormen ter ondersteuning
van de VN.
Het probleem is niet dat het
Wachttorengenootschap zich presenteert als NGO.
Ze zijn NGO omdat ze aan een bepaalde definitie voldoen.
Nee, het probleem is dat ze, als NGO, vrijwillig een partnerschap met de
Verenigde Naties zijn aangegaan.
|
In 1992, toen het
genootschap als NGO door de VN werd geaccepteerd, verscheen het
volgende persbericht van de Verenigde Naties.
Het betreft de aankondiging van nieuwe NGO's, alsook de uitnodiging
aan hen voor een introductiecursus op 20 en 21 februari 1992 op het
hoofdkwartier van de VN.
[ klik op het document - Engels ]
Praten we hier werkelijk slechts over een bibliotheekkaart?
Het vermeldt ook de voornaamste doelstelling van het NGO-schap. |
De vertaling van dit gedeelte:
"De NGO's die officieel
door de DPI worden erkend, werken samen met de Verenigde Naties bij
het opbouwen van begrip en ondersteuning van het publiek voor de
programma's en doelstellingen van de Verenigde Naties."
"Om partnerschap te verkrijgen met de DPI, moet de NGO nationale of
internationale bekendheid hebben, het Charter van de Verenigde Naties
ondersteunen, een behoorlijk aantal leden hebben en over de middelen
beschikken voor een effectief bereik."
Merk ook op dat er in het persbericht werd vermeld dat er dat jaar van 14
NGO's het partnerschap met de VN was beëindigd omdat ze niet meer voldeden
aan hun verplichting, ze waren niet meer actief.
Dit laat zien dat het Wachttorengenootschap 10 jaar lang heeft moeten
aantonen dat ze actieve ondersteuners van de VN-organisatie waren. Hadden ze
dit niet gedaan, dan was het partnerschap met hen, op initiatief van de VN,
beëindigd. De VN had hier kennelijk een actief beleid in.
Toch blijft het
Wachttorengenootschap zeggen dat ze niet wisten wat er bij het lidmaatschap
allemaal betrokken was.
Vindt u het vreemd dat bij het aanhoren van dit alles de wenkbrauwen van
veel Getuigen omhoog gaan?
Wordt hier geen aanspraak gemaakt op erg veel naïviteit?
Vanuit het standpunt van het Besturende Lichaam bezien zijn de
Verenigde Naties zo ongeveer de grootste vijand van Gods koninkrijk op
aarde.
Zou u niet geneigd zijn om ieder contact met de VN onder een vergrootglas te
leggen?
Zou bij u geen lichtje gaan branden als u voor uw "bibliotheekkaart"
jaarlijks een accountantsverklaring moet overleggen?
Heeft u wel eens "aanbevelingsbrieven" moeten overleggen van organisaties om
een bibliotheekkaart te krijgen?
Hoe voelt het als Gods Organisatie zich jaarlijks moet verantwoorden bij het
"scharlaken gekleurde wilde beest" met een accountantsverklaring en
zich door andere (wereldse) organisaties moet laten aanbevelen voor een
toegangskaartje tot het centrum van het hedendaagse "walgelijke ding dat
verwoesting veroorzaakt"? (zie WT 15-12-1984 blz 13, par.1)
Zou u niet schrikken als u ziet dat u minstens zes bewijzen
moet verschaffen van uw werk ter ondersteuning van de VN?
Vraagt u zich niet af welke zes bewijzen het genootschap bij haar
aanvraagformulier gevoegd heeft?
Verbaast het u niet dat er kennelijk zes bewijzen ter ondersteuning
van het werk van de VN zijn van voor 1992?
Zou u niet van het standpunt uitgaan dat u zelfs niet de indruk wil
wekken dat u banden met de VN hebt?
Zou u niet denken: "Dan maar geen bibliotheekkaart"?
Verwacht u zoveel naïviteit van een beleidvolle slaaf?